Het klinkt makkelijker dan het soms is: je persoonlijke grenzen kennen en bewaken. Met een persoonlijk voorbeeld leg ik uit hoe ik probeer verantwoordelijkheid te nemen voor het herkennen en bewaken van mijn grenzen, zonder te lang in verwijten ‘naar buiten’ te blijven hangen.

De meest recente situatie waarbij ik aan een grens herinnerd werd, was bij de gynaecoloog. Het verhaal wordt weliswaar niet plastisch, maar mocht je bij het woord ‘gynaecoloog’ al denken: ‘T.M.I.!’ (too much information) dan kan ik aanbevelen niet verder te lezen vanaf hier. 😉

Vertrouwen is een goede basis

Vandaag heb ik een afspraak bij de gynaecoloog, voor een standaard uitstrijkje. Dit vind ik op zich niet prettig, maar ik sta er toch relaxed in. Ik ken de gynaecologe en vind haar een fijn mens, en een kundige arts – voor zover ik dat als leek kan beoordelen. Ik vertrouw haar. Voor mij is dat van belang om relaxed naar zo’n afspraak te gaan.

Een licht ongemakkelijk gevoel

Een mij onbekende co-assistente haalt me op. Ze zegt haar naam, maar niet wat zij hier doet (al kan ik dat wel invullen, maar daar gaat het in dit voorbeeld niet om). In de spreekkamer van mijn arts gaat de co bij het gesprek zitten. Mijn arts begint meteen met haar reguliere, maar vrij intieme vragenvuur. Waar ik haar normaal zonder enige moeite of hapering antwoord, merk ik nu dat ik ineens helemaal niet meer zo relaxed ben als toen ik in de wachtkamer zat. Op dat moment kan ik er niet precies de vinger op leggen hoe dat nou komt.

Grens in zicht

Na de vragen neemt de co me mee naar de artsenkamer en wijst me het kleedhok. Daarop hoor ik mezelf kortaf en lichtelijk gepikeerd vragen: ‘Jij begeleidt dit vandaag ofzo?’ Ze antwoordt van ja. Ik realiseer me dat ik normaal niet zo bruusk communiceer, en dat dit dus afwijkt. Maar ik snap nog niet helemaal waarom. Even later gaat diezelfde co doodleuk voor me zitten om zelf het uitstrijkje te maken. Ongevraagd. En daar is ie; ik voel een grens, en gelukkig handel ik er naar. ‘Ik heb liever dat dokter Van H. dat doet.’ Ik ben aangedaan, merk ik.

Van geïrriteerd naar pissed off

Gelukkig pakt mijn arts het direct en zonder protest over. Het co-meisje kijkt bedrukt en oogt alsof ze het niet begrijpt. Ondertussen wordt mijn gevoel sterker en sterker. Ik raak echt pissed off. Pas als ik een paar minuten later de behandelkamer uitloop, dringt tot me door waar hem de crux zat: ik had gewild dat de arts de co had voorgesteld, dat ze had aangegeven wat ze kwam doen, en dat ze me gevraagd had of het oké was dat de co erbij zat en of zij misschien ook het uitstrijkje mocht maken.

Inzicht komt langzaam boven

Had ze dat namelijk gedaan, had ik het waarschijnlijk geen punt gevonden. Het ging namelijk niet over de persoon van het meisje, maar over de gang van zaken. Die laatste kan voor mij een wereld van verschil maken. Zeker in een intieme, toch ook onprettige en kwetsbare situatie als een uitstrijkje laten maken is dit (voor mij) van belang. Ik realiseer me ook dat dit niet voor iedereen hoeft te gelden: voor sommige vrouwen maakt het misschien geen biet uit. Zoiets is heel persoonlijk.

Dan is er nog zoiets als wat gangbaar is, en wiens verantwoordelijkheid het is. De verantwoordelijkheid voor het goed en juist verlopen van een afspraak ligt bij de arts, maar voor bijkomend unheimisch en ongemakkelijk gevoel ben ik zelf verantwoordelijk. Net als om daar al of niet iets aan te doen.

Verantwoordelijk voor je eigen gevoel

Nu heb ik een paar opties. Daaronder vallen:

  • Pissig blijven op de buitenwereld, en niets bereiken, behalve een dag vol chagrijn.
  • Niets doen, het laten verzanden (maar dat voelt ook niet goed merk ik)
  • Of verantwoordelijkheid voor mijn gevoel aanvaarden, én er constructief mee omgaan.

Daarom stel ik mezelf de vraag: ‘Wat zou voor mij nu helpen in deze situatie?’ Het antwoord volgt direct: ik wil de arts bellen of mailen, om aan te geven dat ik het vragen van toestemming en communiceren over wie erbij zit belangrijk vind. En zo geschiedt. Alleen al de keuze om verantwoordelijkheid te nemen voor mijn gevoel en daar iets constructiefs mee te doen geeft een heel goed gevoel.

Positief effect grenzen stellen

Bij de bel-afspraak met de arts reageert deze zeer positief. Ze maakt haar excuses, zegt dat dit haar fout en verantwoordelijkheid is, dat het absoluut gezegd en gevraagd hoort te worden. Dat dit normaal ook altijd gebeurt maar er nu bij ingeschoten was, wat geen excuus was volgens haar. Dat ze zich kan indenken dat ik het niet prettig vond. Dat ze erg blij is dat ik dit aan haar terugkoppel.

Daar ben ik zelf ook blij om. Niet alleen omdat ik denk dat ik het nu niet zo gauw meer mee zal maken, maar ook omdat ik precies dat gedaan heb dat voor mij nodig was om de boel weer ‘recht te trekken.’ Het vervelende gevoel is direct weg. Ik ben blij dat ik van de gelegenheid ook nog even gebruik kan maken om haar te complimenteren over hoe ik haar werk en aanpak verder ervaar. Zo worden we allebei weer een beetje wijzer en sterker, net als dat het onze verstandhouding ten goede komt.

Grens aangeven ook een cadeau voor de ander

Zo’n gesprek voeren vind ik prettig voor mezelf, maar is wat mij betreft ook een positief gebaar naar haar toe. Ik doe het niet om haar te bashen namelijk, maar voor mezelf. En hoop dat zij er ook wat aan heeft. De basis van vertrouwen en waardering is daarin heel belangrijk. Had ik een hork van een gynaecologe gehad, dan was zo’n actie waarschijnlijk de druppel en had ik voortaan afspraken met iemand anders gemaakt.

Grenzen in beeld; en dan

Grenzen dus. Soms loop je er tegen aan; tegen een eigen grens. Soms loopt iemand anders tegen je grens aan. Eentje die je nog nooit ontdekt had, of een die een tijdje lag stof te happen omdat er al even niemand tegenaan duwde. Bij mij duurt het soms even voordat ik woorden kan vinden bij iets wat ik al wel voel. Met andere woorden: mijn lijf geeft als eerste feedback op een situatie. Het laat me weten of ik iets prettig vind, of juist niet. En de terugkoppeling naar de bovenkamer plus het genereren van het specifieke inzicht en actie aldaar: soms duurt het heel eventjes. Met grenzen omgaan kan dus eigenlijk op meerdere manieren, ik noem er een paar:

Direct handelen. Dit is de grens, bam!

  • Confronterend en duidelijk: dit is de grens, bam (zonder bezinning, juist vanuit de emotie)
  • Met een grapje of kwinkslag waar een serieuze ondertoon in zit.
  • Met een ik-boodschap aangeven wat iets met je doet, en wat je liever hebt (eerst een paar tellen laten bezinken en dan bespreken)

Later handelen. Eerst nadenken!

  • Eerst wat langer laten bezinken, kijken wat er precies speelt, wat je dwars zit.
  • Bedenken hoe je het geven van feedback of het grenzen stellen ‘t beste aan kunt pakken.
  • Dan iemand opzoeken, bellen, mailen, appen en met ‘n ik-boodschap zeggen waar je mee zit

Niet handelen. Contemplatie.

  • Als je denkt dat iets een onbedoeld incident is, wat dus normaal niet voorkomt bij diegene
  • Als je er geen/nauwelijks last van hebt/het je te weinig interesseert
  • Als je denkt dat het parels voor de zwijnen zijn (die persoon gaat er toch niets aan doen)

Anders handelen.

  • Iemand niet meer opzoeken.
  • De pijn die je voelt in jezelf genezen. Bijvoorbeeld met de boeddhistische Tonglen methode (meditatie).
  • Bedenken hoe je ‘t de volgende keer zult aanpakken en zo beter beslagen ten ijs komen.

Persoonlijke grenzen stellen is voor mij onderdeel van goed voor mezelf zorgen. Hoe zien jullie dat? Ik ben heel benieuwd!

Ja, ik wil maandelijks de nieuwsbrief ontvangen met aanbiedingen en extra tips.

 – Sanne Wurzer, life coach