Angst; dit had ik er eerder over willen weten

Be still and get going Alan LewWow, wat een prachtige ontdekking: in het boek Playing Big van Tara Mohr leerde ik onlangs iets zeer interessants over angst. Tara was zelf ook zeer aangenaam verrast schreef ze, toen ze het volgende ontdekte over angst. Ze was het boek ‘Be still and get going’ aan het lezen van Rabbijn Alan Lew. Volgens Tara is hij een briljant schrijver en spiritueel leraar. Zelf heb ik zijn boek nog niet gelezen, maar dat ga ik zeker doen.

In Be still and get going vertelt de rabbijn dat in de Hebreewse Bijbel twee verschillende woorden worden gebruikt voor angst. Namelijk pachad en jira.

Pachad: een van de twee soorten angst

Pachad is de angst voor de ingebeelde maar meestal niet erg realistische gevaren. Pachad is de verzamelnaam voor de te heftige irrationele angsten die voortkomen uit zorgen over wat er zou kúnnen gebeuren. Bijvoorbeeld wanneer je in doem-scenario’s denkt en dus uitgaat van de slechtst mogelijke uitkomst van een situatie.

Het is de soort angst die niet tot nauwelijks iets constructiefs bijdraagt aan de situatie. In tegendeel; meestal geeft het juist negatieve effecten. Mijn oma zei vaak:

‘Men lijdt het meest onder het lijden dat men vreest.’

Praktische voorbeelden van pachad:

  • als je de deur uitstapt bang zijn dat je onder een bus zult komen
  • angst om domme dingen te zeggen
  • de huiver voor de nachtelijke schaduwen op de muur in je slaapkamer vroeger
  • bang zijn dat iemand een aanslag zal plegen op het vliegveld waar je zit

Onze innerlijke criticus maakt gretig gebruik van pachad; daardoor krijgt de criticus in de praktijk een zogenaamd ‘recht van spreken.’

De andere soort angst is constructiever

De tweede soort angst die Lew aanhaalt is jira. En hoewel ook deze variant ons soms de adem beneemt omdat het angstig voelt, heeft het ook veel constructieve effecten. Jira heeft drie verschillende betekenissen die allemaal van toepassing kunnen zijn, zo las ik in Tara’s mooie boek.

  1. Het gevoel dat je ervaart als je een grotere ruimte inneemt dan waaraan je gewend bent.
  2. Het is ook dat gevoel dat je ineens meer energie krijgt dan je eerder had.
  3. Tot slot: het gevoel dat je ervaart in tegenwoordigheid van het goddelijke.

Hoe ziet jira eruit in de praktijk? 

Toen ik overstapte van mijn vaste, vertrouwde baan bij het bedrijf waar ik al jaren werkte naar de combi van het ondernemersbestaan met het coachvak ervoer ik zowel jira als pachad. Ik was van plan iets te doen dat grootser en gedurfder aanvoelde dan ik tot dan toe ooit gedaan had. Zelfs alleen door India reizen kon niet in de schaduw staan van dit avontuur. Ten slotte had ik geen kaas gegeten van het ondernemerschap, zelfs geen plakje. En coachen had ik alleen nog parttime gedaan; niet om ermee in mijn levensonderhoud te voorzien. Het voelde dus alsof ik meer ruimte ging innemen dan ooit tevoren (Jira, punt 1).

Het hele idee én het hele doen vond ik bij vlagen spannend tot de graad slapeloze nachten. Diverse pachad-vragen passeerden in stilte de nauwe venue van mijn enigszins dichtgeknepen keel. ‘Kan ik dit wel?’ ‘Moet het ondernemerschap niet al in je genen zitten om dat te laten slagen?’ ‘Vindt men mij straks wel tussen al die andere coaches?’ ‘Moet ik na een jaar alweer in loondienst?’

Jira geeft de moed iets te doen dat groter is dan jezelf 

Playing big Tara Mohr op coachingmetsanne.com

Maar wat ik wilde doen, mijn droom, wens, mijn verlangen gaf me ook meer energie dan ik ooit eerder gevoeld had (dit is jira, punt 2). Alsof ik kreeg wat ik nodig had om het waar te maken. Een stroom bruisende, positieve en creërende energie. Op die energie heb ik zoveel mensen kunnen begeleiden, zo ontzettend veel blogposts en inspiratie e-mails geschreven. Heerlijk!

Het ronduit kiezen voor dit werk voelt als een samenwerking met het Goddelijke, met een macht zoveel groter dan ikzelf. Terwijl ik dit schrijf zie ik een beeld voor me. Dit heb ik niet zelf bedacht (Monique, was jij het die dit beeld eerder noemde?), maar ik zie mezelf lopen in het natte zand met de vloedlijn mee. Ik volg voetsporen die eindeloos veel groter zijn dan die van mij. Ze wijzen me de weg die via een groeiend bewustzijn altijd weer bij liefde uitkomt. Dit behoort aan punt nummer 3 van jira toe.

Hoe onderscheid je pachad en jira van elkaar?

Pachad geeft over het algemeen een gevoel van verkramping en vernauwing in je lijf en je wezen, schrijft Tara Mohr in ‘Playing big’. Je voelt je vaak meer gespannen raken wanneer er pachad in het spel is. Waar jira door veel mensen juist wordt omschreven als ruim en vloeiend in je lichaam. Dat voelt ook wel eng en onwennig, maar heeft dus een heel andere kwaliteit dan de pachad-sensaties.

Tara: “We voelen pachad wanneer het ego iets waarneemt waarvan het het gevoel heeft dat dat het breekbare zelfbeeld van het ego zou kunnen schaden. We voelen jira wanneer het ego waarneemt dat iets ons mogelijkerwijs boven ons ego zou kunnen laten uitstijgen.” Of zoals een van Tara’s cursisten het zei: ”Jira is de angst dat een grens wegvalt, terwijl pachad de angst is die ik binnen de grens ervaar.”

Jira: een groter doel dienen

Zelf denk ik dat jira ook vaak speelt wanneer er een onderwerp in beeld komt dat je persoonlijk raakt. Een onderwerp dat je inspireert en aanzet tot het helpen in gang brengen van een positieve verandering. Vaak is dit iets waar we zelf ervaring mee hebben opgedaan al. Je ziet ergens een probleem (groot of klein), maar omdat je het zelf hebt meegemaakt en er goed uitgekomen bent, wil je er iets mee.

Niet alleen omdat je de pijn kent van het probleem, en vanuit de empathie die je daaruit hebt opgedaan kunt invoelen wat een ander meemaakt. Maar ook omdat je je verbonden voelt met mensen (of dieren, het milieu, wat dan ook voor groter doel) die hetzelfde meemaken en hen verder wilt helpen.

Jira komt op wanneer je gehoor geeft aan een diep verlangen van je ziel, maar dit ook nog heel spannend vindt. Is dit herkenbaar voor jou als lezer? Ik vond de onderstaande quote van Aristoteles erg mooi als afsluiter van dit blog:

“Where your talents and the worlds needs cross; there lies your vocation” – Aristoteles