Geluiden in een meditatiegroep: afgelopen week kreeg ik er een interessante vraag over. Een lid van de meditatiegroep voor beginners die ik gestart ben op Facebook vroeg zich het volgende af. Als ik alleen zit, dan mediteer ik in stilte en is er niets aan de hand. Echter, zodra ik in een meditatiegroep mediteer, komt er een slik-reflex op. Ik kan die reflex niet onderdrukken. De anderen in de meditatiegroep hebben aangegeven dat ze zich storen aan die herhaalde geluiden. Dat kan ik me indenken. Maar hoe meer ik probeer ze te onderdrukken, je raadt het al, hoe sterker ze worden. Ik krijg alleen maar meer de neiging om te slikken. Heb je hier tips bij?’ Ja. Zowel voor de brenger als de toehoorder van geluiden in een meditatie.

Allereerst een liefdevolle bedding voor deze vraag. Laten we de vraag niet als een probleem beschouwen dat moet worden opgelost. Dan scheiden we namelijk iets van onszelf af, dat later liefdevol, onmiskenbaar duidelijk én onaangenaam terugslaat. Laten we het in plaats daarvan benaderen en onthalen als een onverwachte maar welkome gast met een boodschap. De vertoning van dat wat waarde draagt willen we vaak het liefst verjagen. Maar dan gaan we voorbij aan de boodschap die de gast bij zich draagt, waar de waarde en de kans in zitten.

Ons lijf is zo wijs. Het lichaam komt via het tonen van de slik-reflex met een eigen verhaal. Laten we ons lijf niet als vijand zien. Niet als een eenheid die ons in de steek laat. Als een deel van ons dat ons voor schut zet in een meditatiegroep. En ook niet als iets van onszelf waar we niet op kunnen bouwen. Want dat kunnen we juist wel. Als er iets is waar we op kunnen vertrouwen zijn het de altijd eerlijke uitingen van het lichaam dat spreekt. Ons brein daarentegen kan en gaat alle kanten op. Het kan meningen even gauw de ene als weer de andere kant op vormen. Het is zo flexibel als een elastiek. Het lijf komt bij dit soort zaken meer ere toe dan we het toekennen. 

Zo, en met dat in gedachten kunnen we wat mij betreft op verkenning gaan. Ik vind het interessant dat je in je eentje de slik-reflexen niet hebt en in een meditatiegroep wel. Eigenlijk geef je het (denk ik) belangrijkste deel van het antwoord op je vraag zelf al: ‘Hoe meer ik probeer ze te onderdrukken, hoe erger het wordt.’ Kan het zijn dat je van jezelf, misschien nog op dieper niveau dan het slikken, op een bepaalde manier moet ‘zijn’ of ‘doen’ of ‘mediteren’ of ‘niet doen’ of ‘niet mogen zijn’ in de groep, waardoor een innerlijke druk ontstaat?

Een praktische vergelijking om te verduidelijken hoe dit gaat in ons wezen: Het is alsof je een deksel op een pan met water legt en het gas voluit aanzet. Als het water kookt druk je het deksel extra stevig aan. Opdat de stoom er niet uit kan komen. De druk bouwt steeds verder op. Hoe meer hij opbouwt, hoe harder je drukt om het deksel op de pan te houden. Het is vermoeiend, maar je houdt het vol. Want het is belangrijk. Het hermetisch afgesloten systeem beschermt je tegen gevaar dat je verwacht van buiten.

Je laat het deksel pas los als de andere mensen uit de keuken verdwijnen. Je laat dan opgelucht je hand vieren. Tegelijkertijd ontsnapt de stoom, en verdwijnt de druk. Als de pan een mens was geweest, had hij misschien op dat moment een zucht van verlichting geslaakt. ‘Pff, ik kan weer mezelf zijn. Ik hoef geen masker op te houden, me niet anders voor te doen dan ik me voel. Nu ben ik weer thuis in mijn eigen huis.’

Misschien is het interessant om dit eens bij jezelf te verkennen. Verandert er iets zodra je de meditatie-ruimte in stapt? In je lijf, je gedachten of je gevoel? Of zodra je de andere mensen ziet? Zodra het ‘stil moet worden’ omdat de meditatie in een meditatiegroep start? Wat is dat dan? Wat vraagt jouw aandacht op deze unieke manier? Wat is een mogelijk risico van een volledig stille ruimte? Wat voorkom je als je geluiden maakt? Het kan iets heel subtiels zijn. Het kan moeite en liefdevolle, open aandachtigheid vragen om het te ontdekken.

Misschien helpt het om jezelf wat vragen te stellen. Slik ik iets weg in de groep? Is er iets dat er van mij niet mag zijn in een meditatiegroep? Dit kan de fysieke reflex zelf zijn, maar mogelijk ook een dieper liggend gevoel, verlangen, oordeel, overtuiging of gedachte die achter de reflex zit. Sommige mensen vinden de stilte oorverdovend. Veroordeel niets van wat je tegenkomt. Weet dat je dit alles niet hardop hoeft te zeggen. It is your private investigation. En jij bent veilig bij jou en meditatie is een prachtige setting om zoiets in te verkennen. De Dire Straits in het nummer Private Investigations:

“Confidential information
It’s in a diary
This is my investigation
It’s not a public inquiry
I go checking out the reports
Digging up the dirt
You get to meet all sorts
In this line of work”

 

Als je dan iets kwetsbaars in jezelf ontmoet, ga daar dan prudent mee om. Misschien reageert de groep afkeurend. Wat voel je dan bij jezelf? Herinnert dit aan iets ouds? Welk gevoel komt er bij je op? En hoe voelde je je destijds? Wellicht kom je hier je innerlijke kind tegen. Het kind dat vroeger bij momenten alleen gelaten werd, dat dingen niet mocht, en dingen wel moest. Het kind dat de ruimte niet kreeg om zichzelf te zijn en te uiten. Als je zoiets voelt, kijk je innerlijk kind dan aan. En zeg in jezelf tegen het kind: ‘Ik ben er nu voor je. Wat er ook gebeurt, ik ben er voor je. Ik ben bij je. Wat heb je nu nodig?’ Regelmatig komt het innerlijke kind dan zelf met een antwoord. Een knuffel, opgepakt willen worden, hand in hand lopen, samen spelen of gewoon je aanwezigheid en voor zichzelf de ruimte. Kijk of je met het volwassen deel van jezelf dit aan het innerlijk kind kunt geven. Het zal je misschien verbazen hoe verzachtend en helend dit werkt. Ook voor deze innerlijk-kind oefening leent meditatie zich prima vind ik.  

Wat ook bij me opkwam is het volgende experiment: je zou dit punt (als dat veilig en goed voor je voelt) met je groepsgenoten kunnen bespreken. Zeggen dat je je kunt indenken dat ze het horen en zich er aan storen.

Daarbij wil ik, voor ik verder ga met het beschrijven van het experiment, eerst een meditatie-noot plaatsen. Deze is voor de groepsgenoten in een meditatiegroep. Naar mijn idee is ieder geluid in en buiten jezelf in de meditatie een gelegenheid om de concentratie weer op te pakken (en dus helemaal geen vijand). Een geluid kun je zien als onderdeel in het geheel. Het is er en je denkt het niet weg. Je kunt alleen weerstand opbouwen tegen iets. Dat is een redelijk pijnlijke en onprettige ervaring, heb ik gemerkt. Ik geloof dat we constant verbonden zijn met de bron waar we vandaan komen. Dat we daar constant door van licht en energie worden voorzien. Maar door een perspectief aan te nemen dat afwijkt van het hoogste in ons, maken we de stroom van die energie en het licht kleiner. Neem wat je tegenkomt waar in de meditatie. Probeer te aanschouwen zonder er een (oordelend) verhaal bij te maken. Wanneer je er toch een verhaal van maakt, aanschouw het dan. Zonder daar weer een verhaal van te maken. Als het je stoort, neem dan dit gevoel waar. Zonder… 😉

In geluiden verbieden zit rigiditeit waar een zenmeester om zou lachen. ‘Waar is de humor? De lichtheid en speelsheid?’ Nee, meditatie is géén ernstige aangelegenheid. Als je dat denkt zit je er naast. Hoe hoger de frequentie van een bewustzijn, hoe speelser, humoristischer, beweeglijker en lichter het wordt. We verzinnen bewust en onbewust ook talloze excuses om meditatie uit de weg te gaan. Je laten afleiden door geluiden kan er een van zijn.

Maar oh boy, laat ik zeker niet Roomser doen dan de Paus. Ik heb weliswaar een punt, maar mijn eigen meditatie-weg ging ‘geluidstechnisch’ en qua oordelen alles behalve over tranquilo rozen. Eerlijk: ik ben wel eens misselijk weggelopen uit een hele grote meditatiegroep. Waarom? Omdat ik in groeiende mate begon te walgen van de kakofonie van geluiden om me heen. Scheten, boeren, niets werd ingehouden. Iets van ‘let it go, let it flow-ofzo’. Het ene na het andere oordeel schoot me daarop door het hoofd. Zoals dat oordelen vaak gaat, waren ze eerst naar buiten gericht. Naar de ander. Het werd zo’n civil war in mijn hoofd dat ik wegging om eerst even te kalmeren. Soms kun je het oordeel juist ook naar binnen richten. ‘Ik kan niet eens in stilte in een groep mediteren. Ze vinden me vast vervelend. Vind ik zelf eigenlijk ook.’ Waarmee je uit je eigen kamp bent weggestapt. 

Eerlijker? Ik ben ook wel eens woest en angstig weggebeend bij een verplicht religieus en meditatief concert. In mijn leken-oren was het een bizar vals en hysterisch gejengel op oude instrumenten. Maar vooral werd ik er angstig van het bizar omvangrijke aantal rond hoppende, vliegende en zoemende insecten (formaatje pinpas). Ze kwamen met gelijke interesse op het licht en de bezoekers af. Oh. mijn. god.

Nog eerlijker? Ik ben zelfs wel eens weggegaan uit een lánd omdat ik na een aantal weken de overkill aan wederom menselijke geluiden niet meer trok. Vooral in de sleeper coaches waar reizigers tegen wil en dank toch algauw een etmaal tot elkaar veroordeeld waren, maakte dit ongewenst intieme samenzijn echt het allerslechtste in me los. Ik heb me ook nog nooit zo verbaasd over tot het produceren van welke geluiden een mens allemaal in staat is. Geluiden zijn deels ook iets cultureels geloof ik. Wat in het ene land ‘echt niet kan’, is elders heel normaal.

Misschien was het de ultieme gelegenheid geweest om de verlichting te bereiken. Maar dan heb ik hem deemoedig maar vastberaden aan me voorbij laten gaan. 😉 In Blonde Boeddha doe ik ook een bruut bibliotheekje open over de moeite die ik destijds had met vertrouwen en overgave hebben als ik andere mensen in de groep ‘enge’ geluiden hoorde maken. Het zegt dus vooral van alles over mij en wat ik niet toestond. Voor wat je een ander niet toestaat, geef je jezelf meestal ook de ruimte niet. 

Ik snap dus uit eigen ervaring goed hoe lastig het soms is om met geluiden van anderen om te gaan. Hierboven noem ik ook meteen de meest extreme voorbeelden… Het is mettertijd makkelijker geworden omdat ik inmiddels meer verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen aandeel erin. Ik heb er zelf een oordeel over, dat is van mij en dat is dat. Is het liefdevol naar de ander? Nee. Is het liefdevol naar mezelf? Ook niet. Dacht ik soms dat de verlichting van een zenmeester tijdelijk werd onderbroken als iemand in zijn of haar bijzijn met een rijk auditief decor van bijpassende geluiden vol overgave stond over te geven? Nee, dat dacht ik niet, en ik denk het nog steeds niet.

Ook herken ik het dat het zó lastig kan zijn als je geen geluid mag maken. In het meditatiecentrum van Osho in India was dit een regel. Tijdens de grote avondmeditatie in het auditorium mocht je geen geluid maken. Niet niesen, hoesten, je keel schrapen etc. Je werd écht de zaal uit gestuurd als je het deed. Maar juist omdat het niet mocht werd het lastiger het niet te doen. De smog in de miljoenenstad waar het meditatiecentrum lag, in combinatie met de onverbiddelijke airco’s van de grootste meditatiezaal, maakte dat niet eenvoudiger. Het werd echt een spel om, als er een geluid dwarszat, dat zo stil mogelijk te uiten. Bijvoorbeeld als iedereen lachte om een opmerking van Osho. Want iedereen wilde dolgraag bij die avondmeditatie zijn. Hetgeen de druk nog meer opvoerde, en waarin ik ook wel een kleine prangende pijnlijkheid zag. 

Terug naar het experiment. Je zou wellicht tegen je groepsgenoten kunnen zeggen dat het erger wordt naarmate je het meer onderdrukt (iets wat in meditatie niet wordt aanbevolen). Dat je wilt onderzoeken wat er gebeurt als je jezelf toestaat om te slikken wanneer dit opkomt. Om zo druk van de ‘hetmagniet-ketel’ te halen. Dan kun je nog vragen of ze je hierbij willen supporten. Op wat voor manier dan ook. Bijvoorbeeld door die opmerking niet meer te maken dat het zo storend is. Of door gezamenlijk afspraken te maken over hoe jullie omgaan met geluiden. En daarin ook anderen de ruimte te geven om geluiden niet heel geforceerd te onderdrukken. Hoe kijkt iedereen ernaar, wat zullen we als groep doen? Vraag gerust datgene wat jou erbij kan helpen vanuit hen. Zo’n experiment kun je ook doen zonder het in een meditatiegroep te bespreken natuurlijk. Net wat voor jou het beste werkt.

Ook goed om te weten: voor beginnende mediteerders is mediteren een stuk uitdagender wanneer er veel ongevingsgeluiden zijn. Daarom wordt van hen niet gevraagd direct in de metro of de trein te oefenen met meditatie.

Op de foto van dit blog zie je me zitten mediteren tussen de boeddha-beeldjes. Lekker rustig… Ook nog een optie! Ter afsluiting nog een mooie en verhelderende quote over meditatie waar mijn yoga-juf Jacqui eens mee kwam over geluid versus stilte. ‘Silence is a space in which sound can occur – or not.’ Hoop dat je hiermee verder kunt komen! Succes! 🙂