Tranen drupten op het zwarte aanrechtblad. Vlak voor de brownie die ik had gebakken, en waar ik net vrolijk gekleurde ‘Happy Birthday-kaarsjes’ in had gestoken.
Er was me een leuk klein plannetje ingevallen. We zouden vlak voordat we aankwamen in de auto alle kaarsjes aansteken en dan zingend en met blije brownie de auto uit stappen. Om haar zo te feliciteren en haar extra het gevoel te geven dat ze jarig was die dag. Dat voelde dit jaar nog veel belangrijker dan anders. En ze houdt van verrassingen, hoe groot of klein ook, van nieuwe dingen en van (gekke) cadeautjes.
Emoties mogen er zijn, toch?
Onderweg hoopte ik vurig, en volledig tegen beter weten in, dat ik niet met de feestelijke brownie in mijn handen zou gaan huilen. Dit overigens volkomen in strijd met mijn eigen advies om gevoel er gewoon te laten zijn. Maar soms heb je er gewoon zó geen zin in.. In dit geval wilde ik juist zo graag een blij, luchtig en vrolijk momentje maken. Terwijl niemand daarom had gevraagd. Misschien had ik er vooral zelf behoefte aan, na een lange en heftige tijd.
De tranen die vielen, en die regelmatig waren opgekomen de afgelopen tijd, waren een mengeldrup van verwerking en dankbaarheid. Van opluchting en het besef dat ze er nog is. Van weten dat het naar omstandigheden goed gaat, dat ze herstelt. Dat ze misschien nog tijd heeft, en wij nog tijd met haar. Dat ze weer thuis is na die nare ziekenhuisperiode die je niemand toewenst.
Tranen om van alles
De tranen waren ook van zelf voorzichtig – en toch nog steeds alert op mogelijke risico’s – terug in de ontspannings-stand zakken. Terug in die modus en ruimte waar ook plek is voor mijn eigen verwerking. Dat ik in het proces door het vele regelen, bezoeken en zorgen voor anderen iets minder prioriteit had gegeven.
Het was niet de eerste keer dat we zo’n verdrietig circus van medische strapatsen hadden doorgemaakt met de familie. Een paar jaar eerder had mijn vader ditzelfde proces meegemaakt en ook daar moesten we allemaal van bijkomen. Het is niet niets als mensen van wie je intens veel houdt ogenschijnlijk uit het niets in zo’n heftig proces belanden.
Maar sinds het medische avontuur van mijn vader, nu een aantal jaren geleden, besloot ik het volgende. En daar heb ik me sindsdien zeer grondig aan gehouden.
‘Ik wil geen spijt krijgen van dingen die ik had willen doen, maar uiteindelijk niet meer kán doen.’
Dat was zo duidelijk! In dit geval betekende dat concreet dat ik heel graag nog royaal veel tijd wil doorbrengen met mijn ouders. Eens te meer besefte ik hoe makkelijk het aardse leven door ieders vingers weg kan glippen. Hoe ragfijn de draad des levens feitelijk is.
Dus nam ik me voor nog wat vaker naar ze toe te gaan. Lekker veel vrije dagen op te nemen om in zulke weekends een extra dag bij hen op Texel te zijn. Misschien klinkt het rete-hebberig, maar ik wil graag nog meer leuke herinneringen maken. Gesprekken met ze voeren en gewoonweg met ze samen zijn.
Ik wil nooit zeggen: ‘Had ik maar..’
Want dit is echt zoiets: als ik dat niet regelmatig zou doen dan zou ik later met veel pijn in mijn hart denken: ‘Had ik maar..’ Echt; ik doe liever domme dingen, en dat ik daar dan spijt van krijg als ik wijzer ben geworden. 😉 Het is ook zo fijn om bij ze te zijn, het zijn zulke bijzondere mensen.
Van pap leer ik op dit moment schaken, dus elke keer als ik er ben spelen we nu een paar leuke partijen. En met mam ben ik afgelopen weekend de hort op geweest. Verse aardbeien plukken in de pluktuin op Texel, schildpadjes voeren en talloze exotische vlinders zoeken in het tropisch groen van een vlinderkamer.
Wat zou jij niet willen missen? Wat zou je graag willen doen, omdat je er anders later misschien spijt van krijgt dat je het niet deed? Een oefening die kan helpen antwoord geven op deze vraag is deze. Het is ietwat macaber om het je voor te stellen, maar stel je voor dat je nog een maand of twee te leven hebt.
Oefening om je eigen potentiële spijt voor te zijn
Wat vind je dan echt nog heel belangrijk om te doen in je leven?
- Zou je nog bepaalde plekken willen bezoeken?
- Wil je nog bepaalde dingen zeggen tegen mensen?
- Excuses maken of een oude strijdbijl begraven?
- Zou je nog speciale dingen willen beleven of zien?
- Of extra tijd met specifieke mensen willen doorbrengen?
De oefening helpt soms om halfbewuste verlangens boven te krijgen en ernaar te kunnen handelen. Bijkomstig voordeel van nu die dingen doen is dat je mogelijk veel langer lol hebt van de herinneringen die je maakt.
Ik hoop met heel mijn hart dat je later nergens over hoeft te zeggen: ‘Had ik maar…’ Natuurlijk is er een hoop wat we niet in de hand hebben, en dit blog is geen pleidooi voor controle uitoefenen. Maar voor wie dat ook wil: laten we met zijn allen gaan voor een toekomst zonder essentiële ‘Had ik maar’s’.
PS: als je het recept van de overheerlijke brownie (zonder tranen!) wilt; mail me dan even. 😉
Geef een reactie