Er is een onderwerp dat mettertijd steeds meer op de voorgrond van mijn bewustzijn is gekomen. Ik wil het eigenlijk al een tijdje beschrijven, maar aarzelde. Omdat ik bang was dat het overkomt als ‘kijk-mij-eens-goed-bezig-zijn’. Of als een van de vele bedrijven die ineens een tabje op de site heeft staan met een paar alinea’s tekst over halfbakken initiatieven om aan te tonen dat ze nu ook ‘MVO-proof’ zijn.

Maar in mij hart weet ik prima hoe het zit. Het is een oprecht verlangen dat sterker wordt naarmate ik gevoeliger word en mijn hart meer open zet. Ook past het bij de fase waarin je ‘niet meer alleen voor jezelf leeft’, maar je medeverantwoordelijk voelt voor het welzijn van het grotere geheel. Het thema blijft zich krachtig en bijna constant aan me tonen, alsof het zelf besloten heeft beschreven te willen worden. En het wil meer! Het geeft me vreemd veel energie, inspiratie en wilskracht om in actie te komen. Bij actie-voeren hoort voor mij ook schrijven! Dat begint dus hier.. En het wordt vast weer een lang verhaal, dus je kunt nu nog wegklikken. 🙂

Duurzaam leven en negatieve impact op het milieu verkleinen

Mijn ‘geheime’ thema is mijn verlangen om steeds milieubewuster en duurzamer te leven. Steeds mens- omgeving, en dierbewuster. Dit had altijd wel een deel van mijn aandacht (als kind begon het ooit met dieren in nood die mijn broer en ik probeerden te redden, en een ‘Dierenkrant’. Aan dat laatste word ik nog regelmatig fijntjes herinnerd, haha). Maar het wordt steeds wat meer en het voelt alsof ik er nu mee in een stroomversnelling zit. Misschien omdat de milieuproblemen steeds groter worden en we er echt de schouders onder moeten zetten. Ik lees er zulke aangrijpende dingen over, die mijn hart doen samenknijpen. Maar gelukkig is er ook ook veel te vinden over mooie verbeter- en herstelinitiatieven.

De inzichten, het nieuws en de docu’s over de status quo van het milieu, het dieren- en mensenleed zie ik als een wake up call, een informatiebron. Maar niet om daar steeds opnieuw naar terug te keren of er lang in te verblijven. Het is alsof ik eerst een klap in mijn gezicht krijg, zó hard dat de tranen over mijn wangen rollen (bijvoorbeeld bij het zien van de documentaire ‘The True Cost‘, over de misselijkmakende werkelijkheid achter de frisse en luchtige schijnvertoning van de fast fashion-industrie).

Het schudt me wakker, ik zie meer van de omvang van een probleem en voel hoe diep iets gaat. Om me vervolgens via een springplank van motivatie en gedrevenheid gelanceerd te zien worden naar de plek van mogelijkheden. Daar is het een stuk beter toeven kan ik zeggen, maar stap 1 hoort er wél bij, die kan ik niet overslaan. Juist het contrast tussen wens en werkelijkheid helpt me kiezen, prioriteren, focussen, bijdragen en daarin volharden. Want het mag hoe dan ook niet meer van mijn radar af raken.

Van bewustzijn naar mogelijkheden

Mogelijkheden zijn er, gelukkig, echt te over. Er is zoveel te doen, en er zijn zoveel initiatieven waar je je bij aan kunt sluiten. Aan de veelheid van mogelijkheden kleven natuurlijk de risico’s dat je niet kunt kiezen, van alles half oppakt en zo niets echt voor elkaar of afgerond krijgt. Wat vaak op termijn demotiverend werkt, of ervoor zorgt dat je maar helemaal niet begint. Ook kan de veelheid der dingen overweldigend voelen. Voor mij helpt het om mijn inzet af te bakenen. Niet álle onderwerpen, maar een paar initiatieven, en steeds wat kleine ‘conscious lifehacks’ aan mijn leven toevoegen.

Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat ik één goed doel (een doel dat mijn hart heeft) heb gekozen dat op me kan rekenen (Wakker Dier!), en dat ik niet aan iedere goedbedoelende passant met een gleufbus doneer. Ik probeer ook niet als een Atlas met een wereldbol aan verantwoordelijkheden rond te gaan zeulen. Verantwoordelijkheid nemen is een goed idee, maar het moet realistisch zijn. Anders houd je het ook niet vol en zelf word ik een naar mens als ik me wel als een Atlas opstel. Dus kijk ik naar: ‘Wat kan ik wél doen? Wat is haalbaar? Hoe maak ik een goede balans tussen bijdragen aan het grotere geheel, en aan mijn eigen kleine, maar ook belangrijke geheel?’ Zo kwam ik er achter dat er nogal veel dingen zijn die ik kan doen die relatief weinig moeite kosten, en die ik direct kan doorvoeren. Dingen die niet alleen positieve invloed hebben op het milieu (hoop ik!), maar die leuk genoeg ook mijn eigen leven verrijken.

De leuke kanten eraan

Een opmerkelijk positief effect is bijvoorbeeld dat ik er ontzéttend veel energie van krijg. En dan weet ik dat iets klopt. Het rolt dan en ik zit helemaal in de milieu-flow. Dat gaat van ‘s woensdags een pakket met biologische streekgroenten (zonder plastic verpakkingen) ophalen bij Lekker Nassuh, tot mijn vader bellen over een plan van aanpak voor het samen bouwen van mijn eigen houten 2 fasen-composteerbak. En van zo min mogelijk afval maken, tot dingetjes bij de kringloop brengen en halen. Geen eten weggooien, geen fast fashion meer kopen, en wel docu’s kijken, consuminderen, marktplaatsen (ja, dat is vast al verworden tot een werkwoord), recyclen en binnenkort dus: composteren! Het goede voorbeeld heb ik hierin alvast gehad, want mijn ouders doen dit altijd al.

Ik voel me een milieu-nerd, en damn wat voelt dat goed! Hier kijkt trouwens ook een risico-duiveltje om de hoek, en dat is een rigide mannetje. Een purist en fanatiekeling. Maar daar houd ik niet van, dus die houd ik op afstand. Balans blijft ook hier het toverwoord. ‘Ja’ tegen verbeteringen, nee tegen leven zonder comfort of waar je continu moet nadenken en jezelf ‘nee’ moet verkopen. Gelukkig merk ik dat milieubewuster leven prima samengaat met een gezonde vorm van hedonisme.

Je bewustzijn vergroten over wat er speelt in het milieu

Er zijn tal van waarschuwende documentaires en artikelen over hoe we er inmiddels voor staan met het milieu en de aarde en waar het met onze huidige koers van vervuiling naartoe gaat. Volgens de meest pessimistische visies maken de mens- en dierheid samen met de aarde inmiddels geen schijn van kans meer. En volgens sommige theorieën is het duidelijk dat de hele boel zelfs al op zeer korte termijn (lees: wij maken het nog mee) naar de filistijnen gaat. Maar er zijn ook vele hoopvollere meningen en onderzoeken, en natuurlijk is er zoals gewoonlijk een flinke berg aan meningmateriaal die ergens in het midden uitkomt.

Omdat er zoveel verschillende onderzoeken en stellingen zijn, kun je (vind ik) nergens echt op bouwen. Echter; een van de zaken die nu wel echt door heel veel wetenschappers wordt aangetoond, is dat door het (consumptie)gedrag van de mens het milieu/de planeet meer te verduren heeft dan de aarde gelijktijdig kan verwerken en dat het klimaat hierdoor op een verkeerde manier verandert. Waar ik zelf geen goed zicht op krijg is of en hoe lang de aarde kan blijven voortbestaan, en of en in hoeverre milieusparend gedrag invloed heeft.

Helpen kleine beetjes echt?

‘Heeft het wel zin om als individu te proberen je ecologische voetstap te verkleinen?’ vroeg ik me dus af. Ik plotte deze vraag voor het gemak ook op het allerzwartste scenario. ‘Stel dat de aarde en/of de mensheid inderdaad in 2020 onomkeerbaar verloren zal gaan, hebben mijn luttele mini-bijdraagjes dan zin?’ De eerste mening die oppopte was een cynische: ‘Natuurlijk niet, duh.’ Maar als ik dat aanhoor, en met geduld wacht op ‘de rest’, dan komt er bijna altijd een genuanceerdere mening. Zo ook nu. En wat hielp het me om naar dit antwoord te luisteren.

‘Stel dat we nog twee jaren te leven hebben op deze wonderschone aarde. Wil je dan in die tijd graag leven als een egoïstische, kortzichtige, troepmakende, verkwistende en achteloze mens, en op die manier je eigen leven en dat van de planeet eindigen? Of wil je bewust leven, gezonde keuzes maken, iets bijdragen en vanuit een liefdevolle energie bijdragen aan de plek waar je leeft en aan het grotere geheel? Wil je mensen inspireren om dit ook te doen, en zo in harmonie met de natuur, de dieren en de rest van de mensheid die laatste jaren doorbrengen? Wil je vanuit dat bewustzijn nog genieten van je gezondheid, van het samenzijn met mensen, wetend dat je de aarde verlaat op een relatief zorgzame en zorgvuldige manier? Met andere woorden: hoe wil je afscheid nemen? Ongeacht of we, nadat het aardse licht uitgaat, in een niet-fysieke vorm verder leven of niet?’

God, wat was dát duidelijk. Zélfs in dit worst case scenario (wat maar een van tigduizend scenario’s is, en helemaal niet per se degene die ik aanhang) voelt deze levenshouding als volkomen de moeite waard en logisch. Bijna als mijn enige mogelijkheid; in elk geval het enige wat ik wil.

Het verlangen om het milieu minder te belasten geeft me de laatste tijd ontzettend kleine nieuwe ideeën en ik word er blij van. Zelfs al zíjn het dus maar bijzonder kleine dingen die ik doe en kan doen. Dat maakte dus dat ik een keuze maakte om me niet langer te verdiepen in de verschillende onderzoeken die claimen dat we nog twee jaar leven, of dat we het tij nog kunnen keren, maar in plaats daarvan aan de bak ben gegaan. Op diverse manieren probeer ik te veranderen. Uit wetenschappelijk psychologisch onderzoek is gebleken dat mensen veel voldoening halen uit steeds kleine behaalde doelen, dus wellicht draagt dat er ook een beetje aan bij.

Hieronder een paar van de mini-initiatieven op milieuvlak:

Consuminderen; zoveel heb je niet nodig

Ik was al begonnen met het indammen van mijn consumentisme. Hoewel ik het echt wel leuk vind om dingetjes te kopen; het hoeft niet – zoals in mijn early 20’s – elke week, en het hoeft ook niet per se altijd nieuw te zijn. Daarom ben ik dus regelmatig in de Kringloop te vinden. Vaak om spullen weg te brengen, maar meestal neem ik ook weer iets ‘nieuws’ mee naar huis. I love it. Sowieso geef ik niks om gadgets, modetrends en het nieuwste van het nieuwste; daar krijgt geen marketeer me in mee. Sterker nog: stel dat iets drie jaar lang hip is en ik begrijp dat weer eens niet, dan begin ik er net aan te wennen en het misschien zelfs leuk te vinden als het nét uit de mode raakt. Dus.

Wat me zeer heeft geholpen in het besef dat ik niet zoveel zooi in mijn leven nodig heb: een wereldreis maken per fiets. Met een kilo of 15 aan spullen per fiets (inclusief eten en water), konden we 9 maanden doorkomen. Vanzelfsprekend heb je op reis minder nodig dan in je leven thuis. Opruim-goeroe en leegte-fetisjist Marie Kondo heeft me overigens moeiteloos door de terug-thuis-in-je-zooi-fase heen gesleept. In dit blog lees je meer over de opruim-hacks die ik van haar leerde. Ze zit nog altijd als een kleine Japanse duivel op mijn schouder en oordeelt met scherpe blik mee over wat er weg kan in huis.

Minder afval maken

Verder probeer ik mijn afval te verminderen. Dat kan op allerlei manieren; maar begint natuurlijk altijd bij minder inkopen, en dingen langer gebruiken. Geen aanbiedingen kopen, zuiver en alleen omdát het aanbiedingen zijn. En wel spulletjes kopen waar geen of makkelijk te recyclen verpakkingen omheen zitten. Dus liever losse limoenen dan een set van drie in zo’n naar plastic netje.

In Den Haag is vanuit het initiatief ‘Lekker Nassuh‘ een verpakkingsvrije winkel in het leven geroepen. Super leuk en nuttig; je kunt er allemaal droge waren kopen waarvoor je je eigen bakjes en zakjes meeneemt. Ook hebben ze een wekelijks groentenpakket, waar alleen biologische streekproducten in zitten.

Dingen weggooien is sowieso niet altijd nodig; ik heb een app-groepje genaamd ‘Little Presents’, waarin mensen elkaar hun overtollige spullen aan kunnen bieden voordat ze het weggooien of naar de weggeef- of kringloopwinkel brengen.

Bewust vervoer

Zo vaak mogelijk ga ik lopen of met de fiets, of met de trein. En de auto rijdt op gas. Niet helemaal oké, maar beter dan benzine of diesel. Ik vlieg ook minder, maar dit zou voor mij wel een lastige zijn om er helemaal mee te stoppen. Dat wordt een gevecht op leven en dood tussen de milieu-activist en de innerlijke avontuurlijke levensgenieter, waarbij de eerste misschien meer energie heeft, maar de laatste (ondanks een kater van het feest de avond te voren) misschien toch wint..

Minder vlees en zuivel

De vlees- en zuivelindustrie hebben een hysterisch slechte impact op de wereld. Vanzelfsprekend op de wereld van de dieren zelf, die doorgaans in erbarmelijke omstandigheden leven. Maar ook op onze eigen gezondheid en die van de planeet. Er is erg veel water nodig voor het verbouwen van veevoer en om de dieren drinken te geven. Maar er wordt ook buitenproportioneel veel landbouwgrond gebruikt voor dit doeleind, met alle honger van lokale bevolkingen, het gebruik van slechte pesticiden en andere ellende van dien.

Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo moeilijk om heel weinig vlees te eten (helemaal stoppen lukt nog niet/wil ik nog niet). De meeste zuivel lukt ook aardig, maar kaas en mayonaise… hoe dan? Daar ben ik gewoon nog niet in het groeiproces. Slecht, maar het is zo.

Biologisch & streekgebonden eten

Ook helpt het om met de seizoenen mee te eten, net zoals dat vroeger ging. Ik merk sowieso bij heel veel veranderingen die ik probeer door te voeren: ‘Dit is eigenlijk teruggaan naar wat vroeger heel normaal was.’ Producten kopen uit de regio voorkomt nodeloos transport en dus uitstoot. Biologisch eten is een stuk gezonder voor de gewassen, de bodem, de ecosystemen en ons eigen lijf. En fijn is ook dat afval voor je composthoop; waarna je je eigen planten weer van kwalitatieve voeding kunt voorzien.

Natuurlijke producten in plaats van plastic

Het scheiden van afval zit standaard in ons huishouden gebakken, zo ook het plastic-afval. Dat heeft tot nu toe helaas de grootste omvang, maar daar probeer ik nu echt iets aan te veranderen. Want niet alle plastic-soorten zijn (goed) te recyclen, en bovendien kost het recyclen zelf ook weer veel energie. Dus ook hier is niet kopen een beter alternatief dan hergebruiken. De losse producten uit de verpakkingvrije winkel bewaar ik nu in van die kekke voorraadbussen en weckpotten. Ja, net als oma vroeger, I know. Ook probeer ik andere plastic producten te vervangen door een natuurlijke variant. Het is niet alleen minder belastend voor het milieu; vaak staat het mooier en soms is de kwaliteit ook beter. En denk bijvoorbeeld aan eten bewaren in plastic bakjes; volgens diverse bronnen geven diverse plasticsoorten toch stoffen af die je liever niet binnenkrijgt. Glas is een mooie vervanger, of aardewerk.

Geen fast fashion meer

Tranen met tuiten, echt waar. Bij het zien van de ontnuchterende documentaire ‘The True Cost’ (staat op Netflix), die de fashion industrie in beeld brengt als een van de meest vervuilende industrieën van de hele wereld. Een industrie die naast het milieu ook mensen stelselmatig uitbuit en hierbij letterlijk over lijken gaat. Het draagt echt bij om bio-katoen te kopen en fair trade kleding. En om ‘gewone katoen’, synthetische stoffen en producten uit onrealistisch goedkope winkels te mijden. Een eye opener die docu. Het is ook erg overzichtelijk om niet zo’n uitpuilende kledingkast te hebben. Alternatieven voor steeds nieuw kopen kunnen zijn: anders combineren met hulp van een style-coach, kledingruil-parties geven, en kleren weggeven aan en kopen bij de Kringloop.

Zwerfafval de baas

Ik erger me grijs als mensen hun kartonnen dozen naast de reguliere container dumpen, terwijl er 50 meter verderop een papiercontainer staat. Of je nou links kijkt of rechts; er staat er een. Ook hierin heb ik een grens getrokken; af en toe zeg ik er iets van, en soms laat ik het gaan. En een andere regel; ik word geen papierprikker op straat, maar neem wel batterijen mee die ik op straat vind. Omdat die als ze in het grondwater ontbinden een veel grotere impact hebben dan rondwaaiende papiertjes.

Er zijn trouwens allerlei toffe initiatieven op dit gebied. Waarbij je bijvoorbeeld een tas met zwerfvuil kunt inleveren voor een lekker bakje koffie bij een strandtent. Ook is er een student uit Delft flink aan de bak geweest om een oplossing te vinden voor het plastic-probleem in de oceanen. Daar word je toch gelukkig van, als je dat soort berichten leest? Ik ken ook een meisje van yoga-les, en zij maakt van plastic uit de zee yoga-leggings; haar bedrijf heet Hoessee. Mooie vorm van recycling – upcycling eigenlijk.

Me inlezen/inkijken in de materie & stemmen

Tot slot vind ik het handig om me regelmatig in te lezen over het onderwerp, of docu’s te kijken.

Om ideeën op te doen over mogelijkheden die we hebben en die ik misschien nog over het hoofd zie. Ik vind veel handige tips op de website van de milieu-minded zusjes Nicky en Jessie Kroon. Ook heb ik veel inzichten opgedaan in hun boek ‘Het Zero Waste Project‘. Zie ook bijgaande afbeelding. Hun boek vond ik toegankelijk, fris, helder, praktisch, humoristisch en inspirerend. Ook deze zussen leven met het idee dat je nog steeds heel goed kunt genieten van het leven als je dit milieubewust doet. Dit is ook mijn streven.

Het Zero Waste Project

Stemmen doe ik (bijna) altijd al groen. Ook een mooie manier van positieve invloed uit (laten) oefenen vind ik. Weinig moeite (voor de stemmer) en redelijk wat rendement.

Bedrijfsvoering & het milieu 

Volgens de fiscus is een ondernemer haar bedrijf, en is het bedrijf de ondernemer. Zo ben ik net zo goed milieubewust bezig met Coaching met Sanne als in mijn privé-leven. Relatiegeschenken en promotie-middelen zoek ik zo groen mogelijk, theeën & koffiebonen fair trade en waar dat gaat biologisch. Schoonmaakproducten en wc-papier; bio en gerecycled.

Hoe beter het gaat met mijn bedrijf, hoe meer ik financieel bijdraag aan milieu-, mens- en dierenwelzijn. Dus mijn cliënten dragen hier indirect ook aan bij, door het afnemen van mijn diensten en producten. Daar ben ik hen zeer dankbaar voor! Op deze pagina lees je nog iets meer over milieubewuste bedrijfsvoering (zo’n tam MVO-tabje ja.. ;-)) Binnenkort ga ik alle mini-milieu-hacks bundelen in een e-book/pdf. To be continued!

Jij & het milieu

Hoe belangrijk is het voor jou om milieu-bewust te leven? En op welke manieren ben jij ermee bezig? Heb je nog tips die leuk zijn om te delen? Ik hoor het graag!